KLANTREACTIE
"Anne-Marie beheerst de allerbelangrijkste basis van de tekst-schrijver: ze luistert, pikt signalen snel op, staat open voor opbouwende kritiek en adviezen en heeft een kritische instelling. Een vrouw met kwaliteit!"
In Irkutsk stappen we weer op de trein. Dit keer voor een traject van zo'n 24 uur en iets meer dan 1.100 km. In dat etmaal zit veel wachttijd vanwege de grensovergang met Mongolië. We zijn gewaarschuwd voor beambten met grote petten en tassen, tegen wie je heel beleefd tegen moet doen en die je paspoort innemen en dat een hele tijd houden. Wat ik misschien nog wel spannender vond is dat de wc gedurende die hele wachttijd op slot is. Oké, daar kun je rekening mee houden tot op zekere hoogte, maar wat nu als je eten niet goed valt? En je hebt die wc gewoon heel erg nodig?
Het eerste deel van het traject volgt de oostelijke oever van het Baikalmeer een stuk. Je rijdt er echt vlák langs. Wanneer het ijs smelt (1,5 dik, er loopt in de winter zelfs een weg over het meer), leidt dat voor de trein wel tot problemen met kruiend ijs. Het was zonnig en helder en we hadden een mooi uitzicht op de bergen aan de andere kant. Wederom weer nauwelijks toerisme. Af en toe een paar wildkampeerders of een paar zwemmers. Verder helemaal niks. Deze trein was ietsje luxer en had airco! Ik kreeg er zelfs koude voeten van. Ook het beddengoed was beter. Onze coupégenoten waren deze keer Nederlands: een moeder en dochter. Ook zij hadden de verhalen over de grens gehoord. Uiteindelijk leidde dat er toe dat we de ruim vijf uur wachttijd best gemoedelijk zijn doorgekomen.
Ondanks de grondigheid aan zeker de Russische kant snappen we nog steeds niet waarom het zo lang moest duren. Er waren mensen voor de paspoorten, mensen voor de bagage, mensen die ruimtes in de trein zelf doorzochten, een man met een hond zelfs. De provodniki vonden het blijkbaar ook wat spannend, want die gingen van te voren nog stofzuigen en van alles schoonmaken. Ze deden ook een soort van voorinspectie van de coupés en wezen verstoord op het opbergvak boven de deur en zeiden daar iets over wat wij uiteraard niet begrepen. Ik ben van schrik de dekens die daar lagen maar op gaan vouwen. Na de paspoortmensen kwamen de bagagemensen. Ik moest mijn tas pakken en in de gang neerzetten en van er van alles uithalen. Ook al weet je dat je geen rare dingen bij je hebt, het is niet prettig. De hele sfeer was intimiderend. De gordijntjes in de gang moesten dicht. Later ook in de coupés. Toen ik op m'n bed was gaan liggen lezen, werd ik met een duw gesommeerd om weer af te dalen en te gaan zitten wachten op wat komen ging.
Het landschap was richting de grens heuvelachtig en veel opener geworden en toen we de volgende ochtend wakker werden, zaten we dan echt in Mongolië. Een 'girl power' busje met roze veloursbekleding en een vrouwelijke chauffeur was ons transportmiddel naar het hotel in Ulan Bataar. Onderweg langs de pin, waar 100.000 Tugrik het equivalent van ongeveer 50 euro bleek te zijn. Even omschakelen weer.