KLANTREACTIE
"Anne-Marie beheerst de allerbelangrijkste basis van de tekst-schrijver: ze luistert, pikt signalen snel op, staat open voor opbouwende kritiek en adviezen en heeft een kritische instelling. Een vrouw met kwaliteit!"
De laatste overnachting van de trektocht brachten we door in het nationale park waar de Przewalskipaarden leven. Een excursie stond gepland om 19.00 uur, maar aan het eind van de middag kwam Enhee langs de gers rennen om ons te verzamelen, want de paarden waren ergens gespot, dus daar gingen we NU naartoe. Ervaren reizigers vertelden dat deze mededeling leidde tot hetzelfde circus als je ziet bij walvissen spotten: en masse wordt iedereen vervoerd naar de plaats die de parkbeheerder doorgeeft. Onze busjes ‘wonnen’. De stoet van kleine Russische busjes, gevuld met een grote groep Chinezen, volgde.
Laatste avondmaal
Waar we ons al de hele week op hadden verheugd, was airag. Onderweg naar het laatste gerkamp kocht Enhee een fles van het felbegeerde goedje bij kinderen langs de kant van de weg en tijdens het eten zou het dan eindelijk gebeuren! We vonden het ook wel een beetje spannend. In alle boekjes staat namelijk dat we er voorzichtig mee moesten zijn omdat ons maagdarmstelsel niet ingesteld is op gefermenteerde paardenmelk. Tsja, hoe smaakt dat dan en is het lekker? Daar verschilden de meningen over, maar ik vond het goed te doen. Naar melk smaakt het totaal niet (gelukkig). Het prikt wat op je tong, is fris van smaak en dat gefermenteerde proef je goed. Wij lieten het bij één kopje en gaven de rest aan de gids en chauffeurs, die daar erg blij mee waren.
Superzacht
Als laatste programmaonderdeel van de trektocht door Mongolië bezochten we een fabriek waar de gekamde ondervacht van geiten werd verwerkt tot kasjmierwol en vervolgens tot allerlei soorten kledingstukken en sjaals. Mooi om te zien. En oh, wat heeeerlijk zacht is die wol! We zagen o.a. handige machines om de biezen en boorden aan truien te zetten. Ook zelfs een apparaat dat oude truien weer uithaalde. Verder grote ruimtes met enorme machines en grote zalen met vooral vrouwen die druk aan het werk waren. Nergens daglicht, overal vochtig. Van onze Arbowetgeving weet ik weinig, maar dat deze omstandigheden daar niet aan voldeden, was duidelijk. Na de trektocht werden we van groepje weer individu en ging ieder zijns weegs. Voor Hennie en mij stond de volgende treinetappe op het programma. Een kleine 24 uur, waarvan een groot deel door de Gobiwoestijn. Yes!
Heel anders leeg
Deze trein had airco en de provodnitsa’s, of hoe de dames hier dan ook maar heetten, zagen er uit als stewardessen. Ook in de coupé was het wat luxer. Leuk om die verschillen te ervaren. Zeker in deze volgorde natuurlijk :-). Onze metgezellen waren deze keer een Engelsman uit Barcelona en een Braziliaanse die al 14 jaar in Nederland woonde. Hoe verder van Ulanbataar, hoe vlakker en kaler en leger het landschap werd. Nog leger? Misschien niet, maar omdat het zo vlak was konden we enorm ver kijken en viel het dus nog meer op. Was het Mongoolse landschap ‘gewoon’ prachtig, deze leegte was intrigerend. We zaten dan ook de hele tijd naar buiten te kijken. Onze Braziliaanse coupégenote ging echter op haar bedje ging liggen, deed een enorme zwarte zonnebril op en trok het laken over zich heen trok met de woorden: ‘niks te zien, dan kan ik net zo goed slapen’.
Precies. Niks te zien. Geweldig. Wij keken dus wel en zagen langzamerhand het groen uit het landschap verdwijnen. Een mijn kwam voorbij, wat kamelen, een brommer met niemand erbij, een paar rotsen, een enkel minidorpje, verlaten gebouwen. In Sainshand hadden we een stop van een half uur. Het was bloedheet, het waaide een halve storm, buiten het station begon al snel weer het grote niets, maar de Lonely Planet liet weten dat de Mongoolse overheid grootse plannen had met dit stadje. Het ging een hub worden voor steenkool en koper.
De grens
Het oponthoud bij de grensovergang tussen Mongolië en China was nog ingrijpender dan dat tussen Rusland en Mongolië. Vooral omdat het nog langer duurde: de onderstellen werden vervangen. De Russen hebben breder spoor (destijds bedacht om de Duitsers tegen te houden) en daarom wordt iedere trein een grote loods ingereden, per wagon opgetild, de brede onderstellen eronderuit geduwd en vervangen door de smallere. En al die tijd zaten wij gewoon ín die trein en mochten niet naar de wc.
Eerste indruk van China: s s s
De volgende ochtend om zes uur arriveerden we in Jining waar we een aantal uren moesten wachten op de trein naar Datong. We zaten in het drukke station. We liepen een stukje in de stad. Dachten bij het zien van alle Chinese opschriften een split-second ‘wat veel Chinese restaurants’ en voelden ons verloren. De overgang was enorm. Overal was iets. Gebouwen, herrie, mensen. En, zoals Hennie terecht constateerde: die staren, stinken en spugen.
Het wennen duurde even. Ook bij aankomst in Datong hadden we er nog wat last van, maar geleidelijk aan voegden we ons in het nieuwe straatbeeld.