KLANTREACTIE
"Anne-Marie beheerst de allerbelangrijkste basis van de tekst-schrijver: ze luistert, pikt signalen snel op, staat open voor opbouwende kritiek en adviezen en heeft een kritische instelling. Een vrouw met kwaliteit!"
Natuurlijk zijn er ergere dingen. In allerlei opzichten. Absoluut. Maar vervelend was het wel. Eerst hadden we het nog niet zo in de gaten. We merkten er al wel íets van, tijdens het lopen, lezen en rondhangen in de ger. Bij het eten kwam het ook even ter sprake: of we licht wilden in de ger. Dan moesten we dat even zeggen, dan werd het geregeld. Nu was het er namelijk niet. Niemand vond het nodig, dus het licht bleef overal uit.
We gingen naar bed, nog even lezen, lampje van de e-reader aan. Nu begon het meer op te vallen. Tik, tik, tik, ..... gevolgd door gekriebel. Op je haar. In je nek. Op je laken. Beestjes. Waar kwamen ze vandaan? Zo'n klein lichtje, dat gaf toch niet? Slapen dan maar. Het getik bleef doorgaan. Maar veel vervelender was de gedachte: bij iedere tik landt er zo'n beestje. En kruipt dan ergens naartoe. Naar m'n bed, m'n haar, m'n nek, m'n gezicht.
Ze doen niks, dat is het niet. Maar het is toch vervelend. Want je gaat wachten op die tik. En op die kriebel. Beestje of geen beestje. Je voelt ze lopen, ook ín je bed. Op je rug, je been. Je denkt eerst nog dat het verbeelding is, maar dat blijkt niet zo te zijn! Je hoort je gergenoot ook woest om zich heen slaan om de beestjes kwijt te raken en ziet al voor je hoe de ger er morgenochtend uit zal zien: een slagveld van kleine, dode, zwarte kevertjes.
Dan wordt er geklopt. Het is Ingee, de gids. Ze raadt ons aan oordopjes in te doen om het getik van de 'black box' niet te horen. Haar advies bevestigde de onduidelijkheid die er bij het eten heerste. Kregen we een zwart doosje als we licht wilden? Nee, we kregen black búgs als we licht wilden.